Onderzoek sociale leefomgeving van slachtoffers van seksuele uitbuiting

https://www.hetckm.nl/wp-content/uploads/2023/02/icon_dossier.png

Betrek vrienden, buren en anderen bij de aanpak van uitbuiting

Onderzoek


Preventie, signalering en opsporing van seksuele uitbuiting kan effectiever door buren, klasgenoten en andere mensen uit de sociale leefomgeving van jongeren meer te betrekken in de aanpak. Dit blijkt uit een vandaag verschenen onderzoeksrapport van universitair docent in Leiden Ieke de Vries, in samenwerking met het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel.

Minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting bevinden zich vaak in een onveilige of onzekere leefomgeving. Hierbij gaat het om signalen dat familieleden, vrienden en buren zich schuldig maken aan deze vorm van mensenhandel en hun naaste minderjarigen uitbuiten in de seksindustrie. Veel van deze minderjarigen bevinden zich daarnaast in een blijvend onveilige of instabiele thuissituatie, gekenmerkt door geweld, misbruik, en verwaarlozing. Het hebben van weinig aansluiting op school of met andere contacten buiten de eigen familie om maakt het lastig om uit deze thuissituaties te stappen. Ook worden zij blootgesteld aan criminaliteit op school, in de buurt, in instellingen, of via online contacten. Zelfs wanneer minderjarige slachtoffers zich in een relatief veilige of zekere thuissituatie bevinden, ontbreekt het in een aantal gevallen alsnog aan sociale veiligheid. Hierdoor komt uitbuiting minder snel aan het licht. Deze factoren, tezamen, creëren een sociale kwetsbaarheid voor uitbuiting.

In de huidige aanpak van seksuele uitbuiting wordt vooral gekeken naar een individuele kwetsbaarheid. Hierbij wordt de nadruk gelegd op kenmerken van individuele slachtoffers. Dat kunnen negatieve ervaringen zijn, onderliggende trauma’s uit vroegere jeugdjaren, licht verstandelijke beperking, weglopen of een drugsverslaving.

Dit onderzoek levert kennis op die tot dusver nog onbekend was en van nut is voor de preventie, hulpverlening, en opsporing van seksuele uitbuiting van minderjarigen. Het vond plaats op basis van een diepgaande analyse van anonieme chats tussen 240 vermoedelijke slachtoffers van seksuele uitbuiting en hulpverleners bij de Chat met Fier. De resultaten bieden nieuwe kansen om seksuele uitbuiting van minderjarigen structureel te voorkomen door de sociale leefomgeving meer te betrekken bij de aanpak, zegt Dr. Ieke de Vries.

Op basis van de resultaten beveelt zij aan om niet-gespecialiseerde personen zoals buren, klasgenoten of docenten, voor te lichten hoe zij seksuele uitbuiting kunnen signaleren én signalen hierover kunnen melden. Het onderzoek toont aan dat juist deze personen een essentiële rol kunnen hebben in het voorkomen van sociale isolatie van slachtoffers en door hun oplettendheid en handelen een halt kunnen toeroepen aan uitbuiting.

Een aanbeveling betreft ook het verder versterken van de opsporing en vervolging. Indien daders misbruik maken van een kwetsbare positie van een slachtoffer, dan kan dit meegewogen worden in de bewijslast en vormt het een strafverzwarende omstandigheid. Echter, meer slachtoffers zijn er bij gebaat dat ook hierbij de huidige focus op individuele kwetsbaarheid wordt verbreed naar sociale kwetsbaarheid.

Wil je weten hoe jij seksuele uitbuiting en andere vormen van mensenhandel kunt herkennen? Kijk op Mensenhandel, wat doe jij? Ben je op zoek naar een training? Bekijk het aanbod.

Dit project is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Leids Universitair Fonds/Gratama-Stichting en betreft een samenwerking van de Universiteit Leiden met het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel.

De volledige onderzoeksverantwoording en resultaten worden opgenomen in een wetenschappelijke publicatie over de rol van de leefomgeving van minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting, die op een later moment verschijnt.

Download de onderzoekssamenvatting.