Inbreng Kamerdebat Mensenhandel: stel slachtoffers centraal

https://www.hetckm.nl/wp-content/uploads/2023/02/icon_dossier.png

Kamerdebat Mensenhandel: stel slachtoffers centraal

Lobby


De Tweede Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid debatteert op woensdag 11 september 2024 over mensenhandel en prostitutie. Op de agenda staan veel onderwerpen die het werk van Fier en Centrum Kinderhandel en Mensenhandel raken. We hebben een aantal aandachtspunten naar de Kamerleden gestuurd die gericht zijn op een betere bescherming van en hulp aan slachtoffers van mensenhandel.

Extra inzet nodig voor onzichtbare slachtoffers van mensenhandel

Uit het CKM-rapport ‘Onzichtbare slachtoffers van mensenhandel in 2022’ blijkt dat het overgrote deel van de slachtoffers niet in beeld komt bij de autoriteiten en hulpverlening. Op de online hulpverleningstool Chat met Fier praat ruim de helft van de bezoekers voor het eerst over de  uitbuiting en zit 70% ten tijde van de chat nog in de uitbuitingssituatie. Het hoofdlijnenakkoord toont geen oog voor de positie van slachtoffers. Hún bescherming zou als apart doel concreet uitgewerkt moeten worden.  Daarnaast vraagt de aanpak van klanten in de mensenhandel om een gerichte vervolgingsstrategie.

Koppel de erkenning van slachtofferschap mensenhandel los van strafrechtproces

Op dit moment is de bescherming van slachtoffers van mensenhandel meestal gekoppeld aan de vraag of zij bij de politie over hun ervaringen willen verklaren en verder willen meewerken aan het strafproces tegen de plegers van mensenhandel. CKM signaleert met zorg dat ook Nederlandse en andere slachtoffers van criminele uitbuiting door deze praktijk vaak niet de bescherming en hulp krijgen waar ze recht op hebben en zelfs de kans lopen vervolgd te worden. Om te voorkomen dat opsporingsbelangen invloed uitoefenen op de bescherming van slachtoffers, zouden opsporingsinstanties niet moeten gaan over de identificatie van slachtoffers van uitbuiting maar daartoe gekwalificeerde hulpverleners.

Het non-punishmentbeginsel verdient wettelijke verankering

Het non-punishmentbeginsel verplicht staten om het mogelijk te maken dat slachtoffers van mensenhandel niet bestraft worden voor strafbare feiten die zij gedwongen door de uitbuitingssituatie plegen. Onderzoek van het CKM naar de strafrechtelijke aanpak van criminele uitbuiting in Nederland toont aan dat het beginsel in de praktijk amper wordt toegepast en de politie en het Openbaar Ministerie veel uitdagingen hiermee ervaren. Uit internationaal onderzoek blijkt ook dat landen die het non-punishmentbeginsel niet in nationale wetten hebben vastgelegd dit beginsel ook nauwelijks toepassen, vergeleken met landen die dit wel goed hebben geregeld.

Actieplan Samen tegen Mensenhandel vraagt ook om investering in hulpverlening

CKM en Fier waarderen de grote slag die de overheid heeft geslagen om tot een verbeterde versie van het Actieplan 'Samen tegen Mensenhandel' te komen. Als het gaat om de hulpverlening aan slachtoffers van mensenhandel is het actieplan niet ambitieus. In de huidige praktijk is het nagenoeg onmogelijk om samenhangende hulp te organiseren op het snijvlak van veiligheid en zorg. De hokjeshulp in Nederland is versnipperd, zowel op lokaal, regionaal als landelijk niveau. Dat is inefficiënt, duur en frustrerend. Om slachtoffers van mensenhandel duurzaam te helpen is het nodig om hen domeinoverstijgende, integrale bescherming en hulp te bieden. Daarvoor moet buiten de bestaande stelsels te denken en dat ontbreekt vooralsnog in het actieplan.

Lees hier de volledige brief van Fier en CKM: