Zo blijkt uit het vandaag gepubliceerde rapport ‘A Question of Faith’: een verkennend onderzoek naar de rol en betekenis van religie en de religieuze belevingswereld in de levens van West-Afrikaanse Migranten in Nederland. Het CKM heeft het onderzoek in samenwerking met het Afrika-Studiecentrum Leiden, de Universiteit voor Humanistiek Utrecht en met ondersteuning van het Leger des Heils Amsterdam uitgevoerd.
Het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) zet zich al jaren in voor een efficiëntere aanpak van West-Afrikaanse mensenhandel, een slachtoffergerichte aanpak waarin de bescherming de hoeksteen vormt. Al geruime tijd bestaat de zorg dat West-Afrikaanse migranten die mogelijk slachtoffer zijn van mensenhandel uit beeld van de opsporing en de hulpverlening verdwijnen en dat het zicht op (mogelijk) onderliggende mensenhandelnetwerken verloren raakt. In de praktijk worden deze mensenhandelzaken vaak vroegtijdig geseponeerd, al dan niet vanwege het ontbreken van bruikbare verklaringen en opsporingsindicaties. Het ontbreken van een kansrijke verklaring en opsporingsindicaties kan leiden tot de aanname dat het niet om een slachtoffer van mensenhandel gaat, waardoor ze niet in aanmerking komen voor verblijfsrechtelijke bescherming conform de verblijfsregeling mensenhandel.
Een eerder opsporingsonderzoek, genaamd Koolvis (2006), heeft echter laten zien dat West-Afrikaanse slachtoffers mogelijk vanwege religieuze rituelen niet (gedetailleerd) durven te verklaren over hetgeen zij hebben meegemaakt. Hierbij ging het om voodoorituelen die worden gebruikt om slachtoffers te binden aan hun mensenhandelaren. Uit eerder onderzoek is echter gebleken dat bredere kennis over de rol en betekenis van religie in de levens van West-Afrikaanse slachtoffers bij hulpverlening en politie ontbreekt. Met dit onderzoek A Question of Faith is daarom een aanzet gedaan om kennis hierover te verzamelen.
Religieuze referentiekaders
Het onderzoek wijst uit dat er een algemeen heersend idee bestaat over de religieuze referentiekaders van migranten en slachtoffers. Dit idee dat het ‘oke’ is zolang het morele steun biedt, doet in hoge mate tekort aan de daadwerkelijke betekenis van religie en spiritualiteit in de levens van West-Afrikaanse slachtoffers. Tot slot gaat dit voorbij aan de complexiteit en de verwevenheid van de spirituele, religieuze en materiële wereld.
Het (gebruik van het) woord ‘voodoo’.
Het onderzoek A Question of Faith laat bijvoorbeeld zien hoe complex het (gebruik van het) woord voodoo is en dat het tot miscommunicatie kan leiden tussen slachtoffers en professionals. In het onderzoek komt naar voren dat wanneer een ‘mogelijk’ slachtoffer zegt ‘niet te geloven in voodoo of geesten’, dit niet wil zeggen dat men ontkent dat voodoo of geesten bestaan, maar dat het een manier is om uit te drukken dat hij/zij zich hiermee niet associeert. Deze kennis is van belang omdat de letterlijke interpretatie kan leiden tot miscommunicatie tussen slachtoffers en professionals, omdat de respondent wel degelijk de kracht van voodoo kan erkennen, ook al lijkt hij/zij het tegenovergestelde te zeggen.
You never know the mind of the other person
In het onderzoek komt daarnaast naar voren dat West-Afrikaanse migranten verschillende strategieën hanteren om te onderscheiden welke krachten te vertrouwen zijn en welke niet. Deze kritische blik op spirituele krachten (maar ook op kerken en leiders) strekt zich ook uit tot de sociale context, zo blijkt uit het onderzoek. Bij een belangrijk deel van de West-Afrikaanse respondenten is er eenzelfde grondhouding merkbaar. Zoals een van de respondenten het verwoordde: ‘You never know the mind of the other person’. Dit is een belangrijk gegeven met het oog op het opbouwen van vertrouwen met West-Afrikaanse migranten.
Conclusie
A Question of Faith laat zien dat kennis over religie en spiritualiteit essentieel is in de omgang met migranten van West-Afrikaanse afkomst die mogelijk het slachtoffer zijn van mensenhandel. Een cultuursensitieve benadering waarin kennis over religie en spiritualiteit wordt meegenomen is dan ook een primaire voorwaarde voor communicatie met deze doelgroep. Dit draagt naar verwachting bij aan het versterken van vertrouwen tussen de doelgroep en de opsporing en hulpverlening
CKM-projectleider Sabine Leermakers: “Het onderzoek laat zien dat het doorgronden van en respect hebben voor de religieuze en spirituele wereld essentieel is om openheid en vertrouwen te creëren in een ontmoeting met West-Afrikaanse slachtoffers. Om de specialistische kennis onder opsporingsambtenaren, hulpverlening en IND-medewerkers op te bouwen is het noodzakelijk om te investeren in training. Een training waarin allereerst aandacht is voor een kritische reflectie op het eígen perspectief op de wereld en hoe zaken als religie en spiritualiteit worden waargenomen en beoordeeld.”
Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door ondersteuning van Kerk en Wereld en een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via KNR - Projecten in Nederland (PIN).
Voor een overzicht waarin we ingaan op de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit het onderzoek wordt verwezen naar de Nederlandse oplegger en het rapport.
Over het onderzoek:
Looptijd: 2018-2021.
Samenwerkingspartners: Universiteit voor Humanistiek, Afrika-Studiecentrum, Leger des Heils.
Begeleidingscommissie: Politie, Openbaar Ministerie, HVO Querido, Fier.
Onderzoeksrapport A Question of Faith
Nederlandse oplegger
Het CKM organiseerde in november 2021 een webinar over de rol van religie en spiritualiteit in het leven van West-Afrikaanse migranten, met als sprekers Noortje Luning (onderzoeker A Question of Faith) en transcultureel psycholoog Bert Nanninga van Fier. De webinar is hier als podcast te beluisteren.
Podcast webinar
Meer weten over West-Afrikaanse mensenhandel?
Lees ons eerdere rapport Crisis in de Maak (2017).