CKM-mensenhandelpeiling

Gepubliceerd op 28 maart 2019
CKM-mensenhandelpeiling

Het CKM heeft laten onderzoeken hoe het onderwerp mensenhandel leeft onder de Nederlanders. Wat weten ze ervan en kennen ze voorbeelden van seksuele uitbuiting in de eigen omgeving?

Opvallende cijfers

Acht procent van de Nederlanders kent iemand die slachtoffer was van seksuele uitbuiting, ruim een kwart maakt(e) zich zorgen over iemand in zijn of haar omgeving. Een groot deel geeft echter aan signalen van seksuele uitbuiting niet of nauwelijks te herkennen en het niet te melden als ze het wel herkennen.

Deze peiling geeft een belangrijk beeld van hoe we als samenleving staan tegenover en omgaan met mensenhandel. Het legt zowel kwetsbaarheden als mogelijkheden bloot om uitbuiting een halt toe te roepen. Bijvoorbeeld via de ouders. Bijna 1 op de 2 ouders kan zich voorstellen dat hun kinderen in handen zouden vallen van een seksuele uitbuiter, zoals een loverboy. Ook wordt door de Nederlanders primair de verantwoordelijkheid voor het signaleren van seksuele uitbuiting gelegd bij de ouders. Daar tegenover blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders, waaronder veel ouders, geen signalen van seksuele uitbuiting kan opnoemen. 'Waar we onze pijlen steeds meer richten op scholen, politie en gemeenten voor bewustwording, moeten we onze pijlen ook specifiek richten op ouders, daar is veel winst te boeken.'

Eén op de 4 Nederlanders zou het niet melden als ze het vermoeden hebben dat iemand slachtoffer is van seksuele uitbuiting. Angst voor de mensenhandelaar, twijfel of ze het wel bij het rechte eind hebben, maar ook dat ze niet altijd weten wáár ze kunnen melden zijn veel genoemde redenen. En als er gemeld wordt, dan blijkt dit te gebeuren bij een lappendeken aan organisaties. Op deze punten moet zo snel mogelijk actie worden ondernomen, anders blijven slachtoffers onnodig lang buiten beeld.

Lees hier de Mensenhandelpeiling CKM.

Volg ons op

Onderdeel van

Wij worden gesteund door

SteunOns